maandag 10 juli 2017

Over een Fries landhuis en ouderwetse omelet

Ik houd van oude landhuizen. Je voelt er de aanwezigheid van vroegere bewoners en op zonnige dagen kan je hun voorbije levens als kleine stofdeeltjes in de lucht door de stille kamers zien zweven. Je kan er uren door brede gangen dwalen over krakende vloeren en gebarsten tegels en je er zo langzaam van kamer naar kamer bewegen. Oud behang bewonderen vol dromerige bloemen in bleek roze en fragiele eierschaaltinten dat langzaam vervliegt op de scheve muren. Een rustig tikkende staartklok in een vergeten hoek, een half open la met een handje vol vergane dode motjes. Met elk detail dat ik tegenkom, ontvouwt zich een nieuw verhaal.


De oude keukens in die landhuizen hebben helemaal een bijzondere aantrekkingskracht: de prachtige, vaak geometrisch gelegde vloertegels, het glimmende koper en de stapels linnen doeken. Kasten vol oud familieservies met hier een daar een barst of een hoekje eraf na jaren trouwe dienst. Hier geldt niet de waan van de dag, staan kasten niet tot barstens toe gevuld met 'handige' apparaten maar heerst de gouden regel 'werkt het nog dan gebruiken we het nog'.

Toen ik het tijdschrift 'The world of Interiors' van afgelopen mei doorbladerde, maakte mijn hart precies daarom een klein vreugdesprongetje. Prachtige foto's gemaakt door Roland Beaufre van een zachtroze keuken met oude Witjes, Delftsblauwe details en veel koper. Het verhaal over het dromerige landhuis Fogelsangh state in Friesland en haar bijzondere bewoners maakten de plannen voor een dagtochtje naar het Noorden van het land definitief.


Dus reden we afgelopen zondag door het drooggelegde Hollandse platteland, langs staalblauwe meren vol met duizenden, klokkende golfjes en via slaperige dorpjes, Friesland binnen. Na een wandeling door de gigantische tuin (waar de vijvers volgens mijn kinderen zijn gevuld met cola water vanwege de rood bruine kleur, maar waar we ook een ijsvogel zagen) bezochten we het huis zelf.

Zodra je een voet over de drempel zet, betreed je een andere wereld. Het huis wordt in de weekenden nog bewoond maar tegelijkertijd voelt het alsof de tijd er heeft stilgestaan: het is de ultieme 'temp retrouve'. 


En terwijl ik van de keuken via de krakende smalle trap voor de bediendes naar boven liep, bedacht ik wat er hier allemaal wel niet gemaakt en gegeten moet zijn in vroeger tijden. In de herfst en winter vast veel wild en vis zal ook wel regelmatig op het menu hebben gestaan. Maar wat zou er op zo'n zonnige zondagmorgen naar boven zijn gebracht? 

Iets luchtigs, typisch Hollands (want aan internationaal vrachtverkeer werd nog niet gedaan) en geen gedoe met glutenvrij uiteraard. Waarschijnlijk iets met eieren want scharrelende kippen te over in de tuin en aangezien de tijd in dit huis niet bestaat, kan rabarber misschien nog best. Zeker als je het een paar weken eerder verwerkt hebt tot een heerlijke, fluwelige compote. Ja, dat was het vast: een zoete omelet met rabarber compote voor meneer Wibrandus op zondagochtend!


Zoete omelet met rabarber compote (Uit: Rijntjes keukengeheimen)

Nodig voor een paar kleine omeletjes 

4 a 5 eieren
30 g roomboter
40 g suiker
zout
crème fraîche
rabarber compote

Splits de eieren en klopt de dooiers met de suiker tot deze lichtromig zijn. Sla de eiwitten in een andere kom met een snufje zout tot stijve pieken. Mix dit luchtig door elkaar (niet de hard roeren) en doe een beetje in een pan met gesmolten (maar niet bruin geworden) boter.

Laat het omeletje ongeveer 2 minuten garen voordat je hem voorzichtig dubbel vouwt. Laat met een deksel op de pan verder garen. Direct serveren op een warm bord met een likje crème fraîche en een dotje rabarber compote.


I love old country houses. There is a sense of presence of previous inhabintants and past lifes. Walking through hallways on worn floorboards or cracked tiles, wandering through rooms filled with old furniture, the walls covered in flowery but fading wallpapers in pale pink and fragile eggshell hues. I look at these rooms and imagine the stories that once unfolded here. 

The kitchens in these houses are particularly attractive to me with their beautiful geometric designed tile floors, shining copper pans and old linnen cloths. And while climbing the creaking old stairs from the kitchen to the 'upstairs', I can't help but think of all the dishes that must have been cooked and brought up by the servants in the days gone by. 
What will the baron have had for breakfast on a sunny sunday morning? Something with eggs probably because I saw a lot of chickens in the garden and maybe something with rhubarb. It's not in season anymore but they could have made a soft compote from it a few weeks earlier. So yes, a sweet omelte with rhubarb compote it must have been!