maandag 1 oktober 2018

Een jaar de Hollandse keuken in

Zullen we het eens hebben over Hollands eten? Ik heb thuis namelijk twee royale planken vol kookboeken. Maar opvallend genoeg gaan die eigenlijk voornamelijk over de Franse, Engelse en Italiaanse keuken. Julia Child en Mimi Thorisson uiteraard, Marte Marie Forsberg, Anna Jones, Gill Meller en The Great Dixter Cookbook, Ottolenghi en Skye Mcalpine, en ja gelukkig ook nog een dankbaar stapeltje Yvette van Boven. Maar dus niet echt iets over de traditionele Hollandse keuken.


Het zette me aan het denken. Heb ik voor gerechten uit de Nederlandse keuken gewoon geen kookboek nodig en verklaart dat het gebrek hieraan op mijn planken? Of kook ik alleen maar gerechten die hun oorsprong vinden buiten onze grenzen? En nu ik toch aan het nadenken ben: waar komen de producten eigenlijk vandaan die ik gebruik voor die gerechten? Van Hollandse bodem of worden die ook nog ingevlogen uit verre oorden?

Tijd voor wat culinaire introspectie. En wat blijkt? Mijn beeld van de Hollandse pot is niet heel positief: borden vol door elkaar gestampt voedsel voorzien van diepe kuilen vette jus. Saucijzen en zure haring (zeker niet mijn favoriet), dikke ballen grijs gebakken gehakt en doorgekookte sperzieboontjes bestrooid met een flinke snuf nootmuskaat. Ik kook dit dus niet.


Maar wat dan wel? Voornamelijk borden met Frans en Italiaans geïnspireerd eten - hoe kan het ook anders met de boekenstapel die ik hierboven noemde. Dit wissel ik af met "groente, aardappelen en vlees" en rijstgerechten. En ik let dus nooit op waar iets vandaan komt maar alleen of ik het er lekker uit vindt zien.

Dat kan anders. Het aanbod van eigen bodem is tenslotte bijzonder groot en smakelijk. En een beetje trots op de smaken en gerechten die hier al eeuwen meegaan, kan geen kwaad. Sterker nog, ik vind eigenlijk dat het daar wel eens tijd voor wordt.


En zo is afgelopen zomer, toen de mussen dood van het dak vielen en ik van bakken en koken niets moest weten, het voornemen geboren om het komende jaar mijn kleine stadskeukentje en de kookboeken in te duiken.
Op zoek naar de gerechten van Nederland en mijn eigen familie. Een familie waar de liefde voor lekker eten en gepassioneerd koken overigens dus gewoon al generaties als een rode draad doorheen loopt. Ik kan verhalen vertellen over middernachtelijke sessies mayonaise kloppen, het bakken van vitrage-dunne kletskoppen die de koektrommel nooit haalden, uit nood geboren gerechten die uiteindelijk als signature dish eindigden en anekdotes in de familiekeuken die nog steeds als gevleugelde uitspraken terugkomen in mijn dagelijks taalgebruik.


Aan smeuïge verhalen dus geen gebrek. Maar het bedenken of vinden van geschikte recepten is voor mij onbekend terrein. Gelukkig is daar Denise die heeft aangeboden mij op mijn culinaire zoektocht door de Hollandse keuken wel te willen helpen. Wat zij ziet of proeft, tovert zij schijnbaar moeiteloos om in geweldige smaakcombinaties en de meest prachtige borden met eten. Dat komt dus ook wel goed.

Voor deze eerst stap heb ik echter zelf nog wat in elkaar gedraaid - niet heel spannend maar wel kraakvers en prachtig op je bord: een frisse salade van snijbiet die ik die ochtend gekregen had van mijn moeder, vers geplukt op haar volkstuintje. Met een handjevol Hollandse tomaatjes, wat verkruimelde jonge geitenkaas en een appeltje er doorheen een heerlijke lunch. Het begin is er!



Friszure snijbiet salade uit de moestuin

Nodig voor een klein schaaltje
een paar stengels snijbiet, stengels en blaadjes klein gesneden
rucola
2 tomaten
1 appel
zachte geitenkaas
handje hazelnoten
extra vierge olijfolie
citroensap
peper en zout

Rooster de hazelnoten een paar minuutjes tot ze mooi goudbruin zijn. 

Snijd ondertussen de snijbiet klein. Van de stengels kan je kleine blokjes maken en ik zorgde dat de blaadjes ongeveer zo groot waren als de rucola. 

Meng alles door elkaar en besprenkel met de olijfolie, het citroensap. Maak af met peper en zout naar smaak.